Misschien herken je het wel.
Je gaat door, houdt vol, probeert alles goed te doen en van buiten lijkt het alsof je het prima redt. Maar van binnen is het vaak allesbehalve rustig.
Dat is precies waar ik nu over schrijf in een nieuwe module van mijn online training:
hoe spanning zich ongemerkt opbouwt bij autisme, vaak zonder dat je het doorhebt.
Ik hoor het vaak van mensen die ik begeleid:
“Ik wil niet dat ze denken dat ik het niet aankan.”
“Als ik het aangeef, lijk ik zwak.”
“Ik weet pas dat het te veel is, als ik instort.”
Herkenbaar?
Het is niet dat je niet wíl aangeven dat het te veel wordt, maar vaak weet je gewoon niet wanneer dat moment precies is.
Spanning bouwt zich ongemerkt op door te veel prikkels, onduidelijkheid of het gevoel dat je net als anderen moet presteren.
Totdat je lichaam zegt: “nu is het genoeg.”
Hoofdpijn, slecht slapen, moeite met concentreren of dat gevoel dat je “aan” blijft staan.
Het zijn allemaal signalen die iets proberen te vertellen: je bent niet zwak, je bent overprikkeld.
En juist dan is het belangrijk om niet nóg harder te werken, maar stil te staan bij wat je nodig hebt.
Soms helpt het om kleine herstelmomenten door de dag in te bouwen: even buiten lopen, een kop thee pakken, muziek luisteren, je headset afzetten, of gewoon vijf minuten niks.
Of om eerlijk te zeggen:
“Ik heb even tijd nodig om te schakelen.”
Dat klinkt simpel, maar het is vaak een van de moeilijkste dingen om te doen.
Zeker als je gewend bent om sterk te zijn en door te gaan.
Waar ik nu aan werk
In mijn nieuwe online training komt dit thema uitgebreid aan bod.
Hoe je spanning eerder herkent, wat je kunt doen als je merkt dat het oploopt,
en hoe je dat kunt bespreken met je leidinggevende op een manier die bij jou past.
Want je hoeft het niet vol te houden tot het misgaat.
Er is wél ruimte om het anders te doen.
Komen deze situaties je bekend voor?
Laten we samen kijken naar mogelijke oplossingen. Vul je gegevens in en neem vrijblijvend contact op om de mogelijkheden te bespreken.



